Brugmansia - Engelentrompet - Heerlijk Geurende Kuipplant

Hoe wordt een engelentrompet op de juiste manier geplant?

Bij normale omstandigheden wordt een engelentrompet in een kuip geplant. Ze hebben een plaats in de zon nodig, hoewel de lichte halfschaduw ook wordt geaccepteerd. Door de omvang en de struikachtige groei is een engelentrompet vatbaar voor wind. Ze verdampen via de bladeren veel vochtigheid, het substraat droogt uit en verliest gewicht. Zodra een sterkere wind waait valt de plant om. Om de plant stabiel te houden is een kunststof kuip met een grote doorsnee aan te bevelen. Behalve stabiliteit heeft de engelentrompet op deze manier ook voldoende wortelruimte. Ze is door het geringe gewicht van de pot ook gemakkelijker te verplaatsen en kan zich ook niet vastzetten aan de wand van de pot. Bij de keus van de pot moet worden bedacht dat kleine potten de groei beperken en er uitdrogingsgevaar heerst. Belangrijk is wel dat het water goed kan weglopen. Grote gaten en potscherven van aardewerk op de bodem verhinderen ophopend vocht. Hetzelfde geldt voor een goed doorlatend substraat. Ademend toeslagmateriaal zoals klei, lavasplit of ander kleivormig granulaat verhoogd de doorlatendheid van normale potgrond.

Onbevreesde tuinders planten de engelentrompet in de tuin. In de volle grond groeien de prachtige kuipplanten duidelijk beter. Het uitgraven voor de winter is echter wel dringend aan te bevelen. Voor de eerste vorst wordt de engelentrompet in een kuip verplant en in het winterkwartier geplaatst. Het afsteken van de wortels is niet schadelijk voor de engelentrompet.

Hoe wordt een engelentrompet verzorgd?

Het grote blad van de engelentrompet verdampt rijkelijk water. Regelmatig en doordringend gieten is tijdens het voorjaar en in de zomermaanden noodzakelijk. Op hete dagen moet meestal vaker worden gegoten (bv. ‚s morgens en ‚s avonds) Een tekort aan water is zichtbaar door de hangende bladeren en het verwelken daarvan. Uitgebloeide trompetten maken de struik minder attractief. Deze worden verwijderd, zodra de bloemen bruin kleuren.

Een snelle groei heeft veel voedingsstoffen nodig, zo ook de sterk verterende engelentrompet. Alle 3 tot 4 weken wordt bemest met een vloeibare complete meststof. Deze bemesting is niet nodig als in het voorjaar bij het in- of verplanten een depotmeststof, die voor een langdurige bemesting zorgt, in het substraat wordt gemengd. Vanaf de hoge zomer wordt het bemesten gereduceerd en in de late zomer helemaal niet meer gedaan. De planten gebruiken de verblijvende tijd tot de overwintering om het hout te verstevigen.

Ongedierte ontstaat zelden aan de engelentrompet. Onder glas, bv. net voordat de plant uit het winterkwartier komt, kunnen luizen of bladwantsen optreden. Zilveren puntjes op de bladeren duiden, tijdens een droge hete zomer, op een beval met spint. Uitgeplant in de volle grond worden de wortels aangevreten door de lapsnuitkever.

Hoe overwintert de engelentrompet?

Zodra de eerste vorst zich aankondigt, is het tijd, de engelentrompet voor de winter voor te bereiden. Ingeplante exemplaren worden uitgegraven. Als deze te groot zijn, worden ze gesnoeid en in een pot geplant. Plantendelen die herkenbaar ongedierte bezitten worden verwijderd. De overwintering kan op een lichte plaats bij 5 tot 15° C volgen. Geliefd is een serre, trappenhuis of lichte ruimtes. Vaak behoudt de engelentrompet dan haar blad en bloeit zelfs nog verder. Gevoelige neuzen verwijderen de bloemen, want de geur is intensief en doordringend. Bij een donkere overwintering mag de temperatuur niet hoger zijn dan 5° C. Als de temperatuur hoger is begint de plantengroei bij slechte lichtverhoudingen. In een dergelijke situatie kunnen ziektes en ongedierte ontstaan. Regelmatige controle buigt zulke problemen voor. Voordat de plant naar binnen gaat, worden de houten takken op een derde deel of tot de helft ingekort.

In de winter wordt weinig tot matig gegoten. Het substraat mag niet uitdrogen en mag licht vochtig zijn.

In een serre of in een kas kan de engelentrompet al in maart hogere temperaturen verdragen. Ze lopen uit en het begin van de bloeiperiode loopt terug naar eind mei. Nadat het vorstgevaar geweken is worden de planten eerst op een schaduwplek gezet. Een engelentrompet heeft zeker 14 dagen nodig om het bladweefsel te verstevigen en weer aan de zon te wennen.

Hoe wordt een engelentrompet gesnoeid?

Snoeien is tijdens de groeiperiode bij een engelentrompet niet nodig. De planten vormen uit zichzelf een gezonde groei met voldoende knoppen. Snoeien gebeurt voordat de plant overwintert, ideaal enkele dagen voordat ze verhuist. De gesnoeide plekken kunnen in de frisse lucht beter opdrogen. 

Boven de vertakkingen draagt een engelentrompet de knoppen. De takken worden slechts voor een deel ingekort en er wordt niet te ver in het hout gesnoeid. Als er te veel gesnoeid wordt vertraagt dit de groei of is het vormen van knoppen verzwakt.

Als er alleen een donker winterkwartier voorhanden is, worden de takken gelijkmatig voor een derde deel tot maximaal de helft ingekort. Uitgeschoten zachte takken worden na de winter ingekort tot één of twee bladeren.

Hoe wordt een engelentrompet vermeerderd?

De pure rassen kunnen in het voorjaar vanaf minstens 15° C worden uitgezaaid. Eenvoudiger is het vermeerderen door halfverhoute stekjes in het late voorjaar. Bij dit werk is het noodzakelijk handschoenen te dragen en intensief contact met de plant te vermijden.

Hoe kan een engelentrompet worden gebruikt?

Een engelentrompet is een prachtige plant voor de kuip of in het tuinperk. Ze vallen op door de grote trechtervormige bloemen, die met hun intensieve geur de hele omgeving bekoren. Ze sieren in potten een groter balkon of terras. Uitgeplant zijn ze de blikvangers in een groter tuinperk of in borders.

De kleuren zijn afhankelijk van het ras en de soort:

• Brugmansia arborea – witbloeiend ras met grote trompetvormige bloemen  
• Brugmansia aurea – engelentrompet met gele trechtervormige bloemen  
• Brugmansia sanguinea – oranjerode geurloze bloem met gele aders  
• Brugmansia versicolor – vaak witbloeiend ras wat naar een oranje- of perzikkleur kan omslaan.

Wanneer is de bloeiperiode van een engelentrompet?

De bloeiperiode van een engelentrompet begint in de volle zomer en duurt tot de vorst in de late herfst. Planten die onder glas zijn gekweekt bloeien duidelijk vroeger, al vanaf eind mei.

Is een engelentrompet giftig?

Alle plantendelen van een engelentrompet zijn uiterst giftig. Het gebruik ervan alsmede intensief plantencontact kan sterke vergiftigingen veroorzaken. Daarom is het noodzakelijk bij elk onderhoud aan de plant handschoenen te dragen. In het Indiase sjamanisme is een engelentrompet een geneeskundige plant met een hallucinerende uitwerking. Het gebruik is levensgevaarlijk, want afhankelijk van de standplaats varieert het gehalte aan toxische tropaanalkaloïden van plant tot plant.

Verdere informatie

Een voorbeeldplant vanwege de bloemenpracht is in de zomer in veel tuinen te bewonderen: de engelentrompet. Al van verre vallen de grote trompetvormige bloemen op en streelt de verleidelijke geur de neus. Als bloeiende lust voor het oog blijven de bloemen deels tot de vorst aan de plant en zijn een genot voor elke tuinder of toeschouwer. De engelentrompet behoort tot het geslacht van de brugmansia. De 9 groenblijvende boom- en struikrassen zijn inheems vanaf het zuidelijke punt van Noord-Amerika tot naar Zuid-Amerika. De engelentrompet behoorde vroeger tot de doornappels (Datura) en worden tegenwoordig foutief nog steeds zo genoemd. Beide rassen lijken inderdaad op elkaar. De bloemen zijn ongeveer hetzelfde, het natuurlijke verspreidingsgebied ook en het zijn allebei uiterst giftige nachtschadegewassen (Solanaceae). Maar toch niet hetzelfde.

De engelentrompet vormt een verhoutende tak met afwisselende, vaak getande bladeren. Vanaf de zomer vormen ze grote hangende trechtervormige bloemen met teruggeslagen uiteindes. Afhankelijk van de soort zijn de bloemen wit-, geel-, roze- of roodgekleurd. Haar bijzonderheid is de lange bloeivreugde, die tot de vorst in de late herfst voort kan duren.

In de tuin worden engelentrompetten hoofdzakelijk in een kuip gehouden. Ze sieren een groot balkon of terras, worden met potten in perken ingezet of in de volle grond geplant. Een in de volle grond geplante engelentrompet ontwikkelt zich als prachtige reusachtige plant. Het probleem is echter dat de planten in de meeste regio’s niet buiten kunnen overwinteren. Op een zeer milde en beschutte plaats kan het voorkomen dat een engelentrompet met een dikke winterbescherming kan overwinteren, maar dat is meestal een uitzondering.

Er is nauwelijks een andere plant die zo prachtig bloeit dan deze bekorende wonderschone plant en is daarmee de trots van elke tuinder. Zo mooi de engelentrompet ook is, zo giftig is deze ook. Onnodig plantencontact moet dringend worden vermeden. In geen geval mogen plantdelen worden geconsumeerd. Zelfs de kleinste dosis leidt tot zware vergiftigingen. Bij het onderhoud van deze plant is daarom het dragen van handschoenen noodzakelijk.