Vaste Tuinplanten

Vaste planten heb je jaren lang plezier van, want ze komen elk jaar in het voorjaar weer op vanuit de wortels. Het is tevens ook erg fijn dat vaste tuinplanten weinig verzorging nodig hebben.

VERZORGING VASTE PLANTEN

In het voorjaar (vanaf begin maart) moeten de meeste vaste planten worden ‘opgeschoond’. Knip alle dode stengels af en haal het dode blad weg. Zorg ervoor dat de nieuwe scheuten niet beschadigd raken. De heggenschaar is hierbij een ideaal stuk gereedschap. Laat wintergroene vaste planten die er nog goed uitzien, met rust. Knip lelijk geworden vaste planten net boven de grond af, ze groeien vanzelf weer mooi en gezond uit. Als een vaste plant het in mei nog niet doet, is hij hoogstwaarschijnlijk dood en moet hij vervangen worden. Wil je tijdens de bloei zo lang mogelijk van veel bloemen genieten? Pluk of knip dan regelmatig uitgebloeide bloemen weg, dit zorgt ervoor dat de vaste plant steeds meer bloemen geeft.

VASTE PLANTEN IN DE WINTER

De meeste vaste planten in pot kun je bij vorst gewoon buiten laten staan – mits de bloempot natuurlijk ook wintervast is. De vaste planten in de volle grond bescherm je in de winter het beste door de border pas in het voorjaar op te ruimen. De dode plantendelen beschermen de bodem namelijk tegen de vorst. Verspreid in de winter of het vroege voorjaar een laagje compost tussen de vaste planten (een zogenaamde mulchlaag). Dat is goed voor de structuur van de grond en bovendien houdt compost veel vocht vast. Je kunt ook wat gemengde organische meststoffen toevoegen om de vaste planten te voeden.